
Voor mij was de stap enorm groot, omdat ik zowel geen computer als smartphone in mijn bezit had. Eigenlijk begon ik dus van nul.
Hoe zijn jullie bij Ligo terechtgekomen?
Marleen: Ik merkte al lang dat ik niet mee kon met de digitale wereld. Een vriendin vertelde me dat het aanbod van stad Sint-Niklaas me zou kunnen helpen. Ze ging me alle info doormailen. Toen ze me de volgende keer vroeg of ik haar mailtje had ontvangen, viel ik uit de lucht: ik had haar naam wel ergens zien staan, maar ik had geen idee wat een mail was, laat staan hoe ik deze kon openen. Het bewijs dat er wel degelijk iets moest gebeuren aan mijn digitale vaardigheden (lacht).
Hoe ging dit bij jou, Marina?
Marina: Ik ontdekte Ligo ook via-via. Wat ik belangrijk vind, is dat de lessen aan mijn niveau worden aangepast, en dat er geen examen plaatsvindt. Voor mij was de stap enorm groot, omdat ik zowel geen computer als smartphone in mijn bezit had. Eigenlijk begon ik dus van nul. Het enige waarmee ik kon werken was een klassieke gsm waarmee ik enkel berichtjes stuurde en kon telefoneren. Tot daar ging mijn kennis. Ik moest dus nog een smartphone aankopen wanneer ik hier aankwam. Maar waar begin je? Gelukkig kreeg ik tips van Nathalie, zodat ik de voor- en nadelen kon afwegen en wist welk toestel het meeste geschikt was voor mij. Je hoort in je omgeving zoveel meningen, iedereen raadt je iets anders aan, waardoor je niet meer weet wat te kopen.
Marleen: Ik had gelukkig al een laptop toen ik hier aankwam, mijn zoon weet heel veel over computers. Van meningen van mensen rondom me trek ik me weinig aan.
Hoe ga jij er dan mee om?
Marleen: Ik vertel het hen simpelweg niet wanneer ik de aankoop van een nieuw toestel overweeg. Mijn omgeving weet het pas wanneer de aankoop is afgerond. Zoals bij deze nieuwe smartwatch, waar ik enkel over sprak met Nathalie. Samen met haar kwam ik tot een lijst met geschikte horloges, waaruit ik dan mijn keuze maakte.
Nathalie: Er is een heel groot verschil tussen een cursist die nog geen toestel bezit en iemand die de lessen start mét toestel of al met een laptop kan werken. Die laatste zitten al in een bepaald denkkader en kunnen makkelijker meevolgen. Die zijn al iets meer mee met wat programma’s en apps precies zijn. Wanneer je enkel beschikt over een ‘baksteen’-telefoon is de omschakeling naar een smartphone - waarvoor je heel anders moet nadenken - moeilijker.
Dankzij deze kleine aanpassingen kunnen we toch mee met de digitale wereld. Toen ik nog geen les volgde kreeg ik het gevoel achter te zijn, alsof de digitale trein al vertrokken was. Nu denk ik: Yes, ik heb ik de trein nog net op het nippertje gehaald!
Marina: De taal speelt hierin ook een belangrijke rol. Je kan moeilijker iets leren van iemand die enkel de woorden app en browser gebruikt. Vaak zijn deze woorden zo ingebakken in de taal, waardoor veel mensen dit niet meer kunnen uitleggen aan iemand die dit niet kent. De lesgevers kunnen zich gelukkig wel goed aanpassen aan ons.
Nathalie: Er wordt weleens gezegd dat de cursisten liever worden onderwezen door een iets oudere lesgever, omdat die een andere woordenschat gebruiken dan een jongere lesgever die al veel meer vertrouwd is met de digitale wereld. Daarom probeer ik ook andere woorden te gebruiken, zo zeg ik vaak: open je surfprogramma in plaats van open je browser.
Marina: Dankzij deze kleine aanpassingen kunnen we toch mee met de digitale wereld. Toen ik nog geen les volgde kreeg ik het gevoel achter te zijn, alsof de digitale trein al vertrokken was. Deze gedachte gaf me een minderwaardigheidsgevoel. Nu denk ik: Yes, ik heb ik de trein nog net op het nippertje gehaald!
Heb jij zo’n minderwaardigheidsgevoel ook ervaren, Marleen?
Marleen: Ik heb er niet echt last van. Mijn instelling is: Wat ik niet kan, dat kan ik nóg niet. Maar ik kan het altijd leren! Ik panikeer ook niet snel over zo'n dingen.
Nathalie: Naast de lessen hebben we bij Ligo ook OLC-momenten. OLC staat voor Open Leercentrum. Hier kunnen cursisten op eigen tempo en niveau een aantal basisvaardigheden die in de lessen werden behandeld bijwerken, oefenen en onderhouden. Marleen zet bijvoorbeeld graag spullen online om tweedehands door te verkopen, maar af en toe krijgt zij reacties van mensen met minder goede bedoelingen. Dan vind ik het fijn om een aanspreekpunt te zijn zodat ik advies kan geven over de betrouwbaarheid van zulke berichten. Er gebeuren heel veel pogingen tot oplichting.
En als je weet waarvoor je moet opletten, kan je andere dingen juist met meer vertrouwen aanpakken.
Marina: Tijdens de lessen wordt ook heel vaak de nadruk gelegd op phishing. Zo heb ik geleerd om voorzichtig te zijn en twee keer na te denken vooraleer ik reageer op een verdacht bericht. Sommige berichten maken me in eerste instantie blij: dan proberen ze me wijs te maken dat ik geld terugkrijg van de belastingen. Nu probeer ik altijd eerst na te denken over de geloofwaardigheid van een bericht: Is dit wel echt? Ik merk dat mensen ook makkelijker misbruik van me proberen te maken als ze zien dat ik niet helemaal mee ben. Nu ik weet dat ik niet zomaar mijn gegevens uit handen mag geven, bijt ik van me af en neem ik de zaak zelf in handen. Zo ben ik ook te weten gekomen dat ik veel te veel betaalde voor mijn elektriciteit. Niemand zei me hier iets over, tot ik had geleerd hoe ik het zelf kon opzoeken. Dankzij Ligo kan ik hier nu zelf over nadenken. Ik ben enorm dankbaar voor hun ondersteuning, anders was ik al veel geld verloren!
Nathalie: Phishing is zo'n stokpaardje van mij, omdat ik merk dat mensen er heel makkelijk intrappen. Ik hoor zo bijvoorbeeld veel verhalen over vriendschapsfraude. Daar wil ik mensen tegen wapenen door hen er twee keer over te laten nadenken.
Marina: Wanneer men naar mijn bankgegevens vraagt, zeg ik nu: Ah neen, dat geef ik niet, want dat hebben we in de les geleerd! (lacht).
Denk je dat deze gevaren ook de drempel verhogen naar de digitale wereld?
Marina: Niet alleen de gevaren, maar ook de angst om iets verkeerd te doen speelt heel erg mee. Wat kan er misgaan en hoe maak ik een vergissing ongedaan?, vraag ik me vaak af.
Nathalie: Het gebeurt soms dat mensen bij een overschrijving een nulletje te veel invoeren en zo een te groot bedrag overschrijven, daarom zeg ik altijd: Let op, kijk alles extra na! Maar soms vrees ik dat ik mensen iets te veel behoed voor de gevaren, waardoor het hen misschien afschrikt.
Marina: Neen, ik vind niet dat je ons afschrikt hoor. Want die oplettendheid neemt na een tijdje af. Herhaling houdt ons terug bij de les. En als je weet waarvoor je moet opletten, kan je andere dingen juist met meer vertrouwen aanpakken.
Staan jullie op dit moment eerder positief of negatief tegenover digitalisering?
Marina: Positief is een groot woord, maar toch hoor ik vriendinnen vaak opsommen wat ik allemaal al kan en dat motiveert me om verder te gaan. Naar mijn aanvoelen dachten ze in het begin dat ik dit allemaal niet zou kunnen.
Marleen: Vroeger was het makkelijk, je had een agenda, en dat was het dan. Nu is het complexer, maar het digitale heeft ook zeker voordelen. We moeten gewoon nog stap voor stap onze weg zoeken en dat vraagt tijd.
Zouden jullie terug willen naar het analoge tijdperk?
Marina: Wat vraag jij nu? Nu ik eindelijk helemaal achteraan die digitale trein hang, ga ik er niet meer afspringen, hoor! (lacht) Al moet ik toegeven: het was misschien allemaal wel minder stresserend. Door de digitalisering nemen mensen hun job misschien ook wel makkelijker mee naar huis.
Marleen: Vroeger kwam je thuis en je werk zat erop, nu komt mijn zoon thuis met zijn laptop van het werk, die hij soms zelfs op zaterdag of zondag nog gebruikt om te werken.
Ik denk dat wij makkelijker de grenzen kunnen afbakenen van ons schermgebruik. Jongeren zijn ook meer carrièregericht, voor hen ligt de druk hoger. Ze willen ook absoluut niets missen waardoor ze steeds bereikbaar willen blijven.
Marina: Dat verschil ondervind ik ook tijdens het eten, het moment wordt al snel onderbroken door een telefoontje. Het duurt misschien maar even, maar twintig minuten zijn lang op zo'n moment.
Nathalie: Daarom hebben wij bij Ligo een deconnectie-protocol. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat werknemers niet verplicht zijn om de werk-app op hun telefoon te hebben.
Marina: Ik moet soms mijn hoofd leegmaken. Dan ondervind ik dat het even te veel is.
Zou het interessant zijn om daar ook over bij te leren?
Marina: Daar heb ik zeker nood aan. Het vraagt veel van mij om al die informatie op te nemen, aangezien het niet vanzelfsprekend is om ermee te werken.
Hebben jullie al manieren gevonden om het telefoongebruik te beperken?
Marleen: Hem gewoon op stil of uitzetten, dat is het makkelijkste. Wanneer ik een oproep mis is dat geen probleem, ze kunnen altijd terugbellen op een ander moment.
Dan kan de jongere generatie misschien wel iets van jullie leren?
Marina: Wat dat betreft wel inderdaad. Ik denk dat wij makkelijker de grenzen kunnen afbakenen van ons schermgebruik. Jongeren zijn ook meer carrièregericht, voor hen ligt de druk hoger. Ze willen ook absoluut niets missen waardoor ze steeds bereikbaar willen blijven.
Wanneer men in Engelse termen tegen me praat zeg ik: ‘Wacht eens even, leg dit nu eens in míjn woorden uit!’
Daar is een term voor: FOMO, fear of missing out, Engels voor de angst om iets te missen.
Marina: Daar heb ik nog nooit over gehoord.
Marleen: Als ik iets mis, missen ze van mij ook iets! (lacht)
Kennen jullie het begrip schermtijd?
Marleen: Wablief? Neen, dat ken ik niet.
Marina: (denkt na) Ja, dat ken ik wel, ik krijg er meldingen over! Mijn schermtijd is momenteel vijf minuten langer dan vorige week! (lacht)
Hebben jullie daar regels rond?
Marina: Mijn omgeving heb ik zelf laten weten: na 19u mag je me niet meer contacteren, dan neem ik mijn telefoon niet meer op. Ik heb wel het gevoel dat dat werkt Ik vind dit belangrijk om mijn ritme te behouden, zodat ik mijn dagelijkse taken kan afwerken zonder gestoord te worden.
Marleen: Bij mij lukt dit ook, al had ik het er vroeger moeilijker mee om los te komen van mijn smartphone. Nu kan het me niet meer schelen wanneer ik niet bereikbaar kan zijn. Ik heb het leren loslaten.
Marina: Dat scherm kan ook zo verslavend zijn, en vaak is wat je op sociale media ziet niet eens interessant.
Vinden jullie dat het dagelijks leven goed is aangepast aan mensen die het (digitaal) moeilijker hebben?
Marina: Nee, dat vind ik niet. Mensen weten vaak niet hoe ze ermee moeten omgaan. Mijn man is ziek en heeft geen e-mailadres of gsm-nummer. Dan wordt het plots heel moeilijk om een formulier van de mutualiteit in te vullen. Er worden bepaalde eisen gesteld die niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn. Als iedereen zich hieraan een beetje aanpast, zou de digitale wereld prachtig zijn!
Stad Sint-Niklaas heeft speciaal voor deze mensen digipunten opgezet. Dit zijn punten waar je terecht kan met al je digitale vragen. Door de studenten van BEEGO kan zelfs twee uur gratis digitale hulp aan huis worden voorzien. Vinden jullie dat een goed aanbod?
Marina: Dit is zeker een goed initiatief! We weten soms niet waar we terecht kunnen met al onze vragen. Onze docenten doen enorm hun best, maar missen tijd en ruimte om ons heel de tijd te helpen. Onze vrienden laten we ook niet makkelijk in onze telefoon kijken. Zij hoeven niet te weten wat er in mijn agenda of op mijn bankrekening staat. Vandaar de nood aan professionals die betrouwbaar omspringen met onze privégegevens.
Eerst en vooral: niet bang zijn! Geen drempelvrees hebben, want je hebt geen voorkennis nodig. Alles wordt goed en uitgebreid uitgelegd.
Waar hebben jullie nog nood aan om beter digitaal mee te zijn?
Marina: Vereenvoudiging van de informatie vanuit de stad, zodat we op de hoogte zijn van wat er allemaal rond digitalisering gebeurt en waar we voor bepaalde diensten terechtkunnen. Zo kan ik niet overweg met de nieuwe parkeermeters, maar weet ik niet waar ik terecht kan met vragen. De registratie van de invaliditeitskaart van mijn man is nog zo'n voorbeeld. Wat ik ook belangrijk vind: eenvoudige tekst, gebracht in het Nederlands. Tegenwoordig worden er heel veel Engelstalige woorden gebruikt, jonge mensen vandaag krijgen het Engels met de paplepel ingegeven, maar voor iemand als ik -die laaggeschoold is- is dat niet vanzelfsprekend. Wanneer men in Engelse termen tegen me praat zeg ik: ‘Wacht eens even, leg dit nu eens in míjn woorden uit!’
Hebben jullie nog tips voor mensen die overwegen om digitale les te volgen bij LIGO?
Marina: Eerst en vooral: niet bang zijn! Geen drempelvrees hebben, want je hebt geen voorkennis nodig. Alles wordt goed en uitgebreid uitgelegd.
Nathalie: Nog een belangrijke tip: maak keuzes. Je hoeft niet met alles in een keer mee te zijn. Zo kiest Marina ervoor om geen les te volgen over sociale media omdat dit haar niet interesseert. De module over mobiliteit lijkt haar dan weer wel interessant. Voor iedereen is er aanbod, maar hoe langer je wacht, hoe sneller de trein gaat rijden.
Marina: En dan is hij weg! We staan er te weinig bij stil hoe moeilijk het is om de stap te zetten. Ik had eerst zo veel vragen die me tegenhielden, maar de lessen en lesuren zijn aan ons aangepast, wat ik zeer belangrijk vind. Ik ben blij dat ik de module over sociale media kan weglaten. Ik ben simpelweg niet geïnteresseerd in waar vrienden van vrienden op vakantie gaan. Mijn sociaal netwerk is groot genoeg. De mensen die ik écht ken sturen me af en toe eens een fotootje en daar ben ik al blij mee.
Marleen: Ik kreeg dit weekend een leuk berichtje: goed weekend! En dat beurt me wel op. Die onverwachte berichtjes vind ik een meerwaarde aan sociale media. Ik heb Facebook en voel me er meer door verbonden, al hou ik het beperkt: ik kies mijn vrienden. De hele wereld moet mijn berichten niet zien.
Marleen: Ik vind het ook handig dat ik in de namiddag les kan volgen, maar mensen die werken kunnen ook ’s avonds komen.
Waaraan merken jullie dat jullie Digitaal Mee zijn?
Marina: Ik merk vooral dat ik minder tijd heb. Ik krijg het gevoel dat de tijd sneller gaat nu ik digitale toestellen gebruik.
Marleen: Mijn zoon -die op een hoog niveau zit wat digitale vaardigheden betreft- schrok toen ik het woord app gebruikte, hij dacht dat ik dit niet kende. Waarop ik zei: Ik ben wel mee met mijn tijd hoor! Hij had niet verwacht dat ik zo zou groeien!

Wil jij ook een workshop of cursus volgen bij Ligo? Of ben je benieuwd welk opleidingsaanbod er nog is in Sint-Niklaas? Je vindt er alles over op onze website.
Voor Digitaal Mee ontvangt het stadsbestuur subsidies van de Vlaamse, federale en Europese overheden.
